Kaas, kaas en nog eens kaas

We hebben o.a. voor Warmenhuizen gekozen, omdat het niet ver van Alkmaar ligt (pakweg 10 km). Als je Alkmaar bezoekt, dan is vrijdag voor toeristen de favoriete dag, want dan is er de kaasmarkt. Daarom rijden we vanochtend naar Alkmaar.

Er staat een stevige noordenwind. Die hebben we op de heenweg langs het Noordhollandsch Kanaal gerieflijk in de rug. Onderweg blijkt de voorspelde miezer inderdaad te vallen, maar eenmaal in Alkmaar wordt het ineens een serieuze plensbui. Gelukkig passeren we op dat moment een Dönerzaak die ook doet in cappuccino en appeltaart. Genoeg redenen dus om daar te gaan schuilen.

Na de plensbui rijden we het centrum in. Op het Waagplein wordt de kaasmarkt “opgevoerd”. Het is immers een toneelstuk. De kazen worden ‘s-ochtends aangevoerd door een paar grote trucks en een nostalgisch bootje. Ze worden met houten karren naar het plein gebracht en daar op stapels gelegd. Vervolgens komen de kaasdragers met hun kaasbaar wat kazen ophalen. Die brengen ze naar de waag. Na het wegen brengen ze de kazen naar een van de houten karren. Die karren brengen de kazen naar de vrachtwagens. Daarmee is de cirkel rond. 

Het moet gezegd, de binnenstad van Alkmaar is best wel mooi. Er staan nog veel historische gebouwen. Jammer genoeg staan er vrij veel modernere gebouwen tussen. Er is dus geen sprake van een uniform historisch beeld.

Voor de terugweg kiezen we voor de route die deels door Alkmaar-Noord gaat. Daar hebben we minder last van de tegenwind.