Naar Enkhuizen

We fietsen vandaag over de dijk naar Enkhuizen. De terugweg gaat binnendoor (knooppunten 47, 46 en 11).

We vertrekken wat later, want er is voor de ochtend wat regen voorspeld. Daarom besluiten we, om niet naar het Zuiderzeemuseum te gaan, want dat sluit al om 17:00 uur. En, als je door Wijdenes, Oosterleek en De Buurt fietst, zie je het Zuiderzeemuseum ook. Je mist dan wel de kleurrijke interieurs, maar dat proberen we op Marken nog te compenseren.

Enkhuizen komt net zo oud over als Hoorn, maar het oogt heel anders. Begrijpelijk, want visserij, vooral haring, is toch heel wat anders dan de VOC. In Enkhuizen zie je dus nagenoeg geen grote patriciërshuizen. Alles is kleinschaliger, de straten én de gebouwen. De Breedstraat is helemaal niet zo breed, maar veruit de breedste straat van het oude centrum. 

We beginnen, na een lunch in de buurt van de Wester (een houten klokkentoren), de verkenning van Enkhuizen met een fietstocht over de wallen, van bastion naar bastion. Daarna zoeken we de Waag, het Stadhuis en de oude Stadsgevangenis op. Aan het eind van de Breedstraat gaan we naar de Dromedaris, het meest bekende gebouw van de stad. We fietsen verder langs de Oude Haven en zien daar nog een paar opvallende gebouwen, zoals het Snouck van Loosenhuis en het voormalige Marktmeestershuis. Hierna nemen we afscheid van Enkhuizen .