Fotogeniek Leiden

Gisteren was een luierdag. Het weer was vrij beroerd. Vooral ‘s-middags regende het vrijwel voortdurend. 

Vandaag fietsen we naar Leiden (23 km via de knooppunten 94, 26, 75, 05, 04, 16, slingeren door Leiden, 16, 04, 05, 75, 26 en 94). In de ochtend is het nog wat frisjes, maar in de loop van de middag breekt de zon goed door en kunnen de vesten weer in de fietstas.

We fietsen via Oegstgeest naar Leiden. We komen bij de Morspoort het oude centrum binnen. Vandaar volgen wij een op Tripadvisor gebaseerde tocht door de stad. We gaan allereerst, via het indrukwekkende Rapenburg (o.a. met het Rijksmuseum van Oudheden; we zijn vandaag echter niet in een culturele bui) naar de Pieterskerk (erg imposant, helaas gesloten voor het publiek) en het Gravensteen (ooit de gevangenis van Leiden). 

Vervolgens staat een aantal hofjes op het programma. Het Jan Pesijnshof is nog betrekkelijk jong (1920). Het mist daardoor de kleine details die de oudere hofjes zo mooi maken (zoals een kleiner formaat baksteen en kleine raampjes met luiken). Het volgende hofje, het Heilige Geest hofje, is gesloten. Onderweg naar het derde hofje, het Schachtenhof, zien we toevallig aan de linkerkant een poort met het opschrift Sint Anna Aalmoeshuis. Dit hofje staat niet op de Tripadvisor-lijst, maar het is “by far” het mooiste hofje dat we vandaag bezoeken (met zeer gastvrije bewoners die met plezier een rondleiding geven). We raden je aan om het eens te googelen, dan lees je vanzelf over de Leidse buskruitramp, de onvoltooide kapel van het hofje en de oudste gebrandschilderde ramen van de wereld. We rijden nog even naar het Schachtenhof, maar dat haalt het niet bij Sint Anna.

We fietsen het centrum in en raken verzeild in een wirwar van zaterdagsmarkten en braderiën. In al die drukte bezoeken we de burcht van Leiden, de Koornbrug en het stadhuis. We rijden over de Breestraat, met de Waalse kerk en het Gemeenlandshuis van Rijnland (zetel van het Hoogheemraadschap, dat al in 1760 verantwoordelijk was voor de droge voeten in dit gebied) en nemen bij de Morspoort afscheid van een zeer fotogenieke stad. We gaan “terug naar Oegstgeest”, doen nog wat boodschappen in Rijnsburg, en rijden weer naar de camping.